Dit is een transcriptie van de gelijknamige podcast-aflevering. Beluister de podcast hier.
Naar aanleiding van mijn vorige podcast-aflevering kreeg ik de vraag: “Maar als ik niet de mind, niet de persoonlijkheid, noch het lichaam ben, maar het bewustzijn erachter, hoe/wie moet ik dan zijn? Hoe bén je dat bewustzijn? Wat moet ik dan precies doen?”
HOE moet ik dan zijn? WIE moet ik dan zijn?
Ik kan toch niet gewoon niemand zijn en niets doen?
De mind kan het gewoon niet vatten.
Het wil iets tastbaar. Een plan. Een structuur. Iets om zich aan vast te houden. Iets wat controleerbaar is.
Bewustzijn zegt dan: “Ocharme schat, dat is nu net het punt: je hoeft helemaal niets of niemand te zijn.”
En de mind wordt daar knettergek van.
Je bent al wat je zoekt
“Astrology is merely an introduction to your potential. It’s not even action. It’s just an introduction, nothing more.” — Chandresh Bhardwaj
Ik heb hetzelfde gevoel over Human Design.
Human Design is voor wie niet vanuit bewustzijn leeft, maar eerder in reactie tot externe invloeden. Human Design is een systeem dat je helpt kennismaken met je eigen potentieel en het belang van het beoefenen van bewust gewaarzijn helpt begrijpen.
Van zodra je de boodschap hebt begrepen en je hebt een beoefening van bewuste aandacht in je leven geïnstalleerd, dan leg je best de telefoon neer, want de boodschap is dan al verouderd en niet meer relevant. Dan houdt Human Design jou eerder tegen i.p.v. dat het jou nog verder ondersteunt.
Je hoeft niet iemand te zijn.
Je hoeft niet iets te doen.
Je hoeft niet iets te worden.
Je bent de stilte vóór elke gedachte.
De ruimte waarin elke ervaring verschijnt.
De dansvloer én de danser én de dans zelf.
“Ja, lekker vaag,” klaagt de mind dan.
”Oké, ik ben dus bewustzijn. Maar hoe moet ik dan bewustzijn zijn?”
En daarmee is de mind weer terug in haar eeuwige loop.
En dan lijkt het makkelijker om je gewoon te gaan identificeren met je Human Design-grafiek en dát proberen te zijn. Dan heb je tenminste iets in handen waar de mind iets mee denkt te kunnen (en waarmee de mind zichzelf tegelijkertijd voor de gek houdt).
De taal-bug
Dus de vraag is eigenlijk: Hoe moet ik zijn wie ik al ben?
Of in meer poëtische taal: Hoe moet de zee water zijn?
Het is simpelweg een taal-bug, lijkt het. Een mismatch tussen wat ervaarbaar is en wat uitlegbaar is.
Het ene is het rijk van bewustzijn en het andere het rijk van de mind. En die twee lijken soms echt niet verzoenbaar, in onze menselijke ervaring, zeker vanuit het standpunt van de mind.
Dus wat blijft er dan over?
Niets. En alles.
- Adem
- Stilte
- Humor
- Een hond die niest
- Het gevoel van de zon op je huid
- Een kip die kakelt terwijl je het Universum zit te contempleren
Dat is het leven zonder verhaal.
Zonder projectie.
Zonder: “Hoe moet ik zijn?”
Je bent nooit weggeweest
Ik weet het, dit is het punt waarop ik veel mensen kwijtraak. Dit is het punt waarop mensen mij ook kwijtraakten toen ik nog zo vast zat in de mind. De mind kan er gewoon niet komen zonder zich eerst over te geven. En de mind geeft zichzelf niet graag over. Het wil kost wat kost controle houden. Het vertrouwt die leegte niet, die ruimte, dat gewoon “zijn.”
Je hoeft dus nergens heen.
Je bent er al.
Je bent nooit weggeweest.
En de mind… ja, die blijft af en toe achter het gordijn piepen en fluisteren: “Maar serieus… moet ik dan nooit meer iets doen?”
En het bewustzijn glimlacht en zegt: “Ocharme schat, nee hoor. Rust maar gewoon uit. Ik neem je wel mee. Blijven ademen. In. En uit. ‘t Is allemaal oké.”
De dans van ontwaken is een absurde diepte, lijkt het wel. Een kosmische grap. Onbegrijpelijk voor de mind.
Maar weet je? Het hoeft niet begrepen te worden. Het mag gewoon geleefd worden. Met open ogen. En een open hart.
Meditatie en contemplatie
Daarom hameren mijn tantra-mentor, Chandresh Bhardwaj, en Richard Rudd van de Gene Keys voortdurend op respectievelijk mediteren en contempleren. Want dat zijn manieren om te kunnen “zijn” met de ruimte die ontstaat als je stopt met toegeven aan de druk van de mind, als je Human Design als bestemming loslaat.
Dagelijkse meditatie of contemplatie is geen moeten, geen oefening om “goed in te worden”, maar een herinnering. Een anker. Een terugkeren naar wat nooit weg was.
Waarom is vertragen, pauzeren, stil zijn en mediteren/contempleren zo essentieel in zoveel tradities?
Omdat het:
- de mind niet onderdrukt, maar haar vriendelijk leert doorzien. Niet: “Stil zijn, mind!” maar “Ah, kijk eens, een gedachte. Dankjewel. En nu mag je weer gaan;”
- ruimte schept tussen impuls en actie. In plaats van in elke gedachte te springen als een hond op een tennisbal, leer je: “Oh kijk, een gedachte. Mooi. Maar niet nu;”
- je gewaarzijn laat landen in het moment waardoor je voelt: “Ah, ik ben hier. Ik ben nu. Ik hoef nergens heen;”
- en vooral, het laat je direct ervaren wat je bent vóór elk idee over jezelf. Geen grafiek. Geen Type. Geen verleden. Geen toekomst. Alleen zijn. Hier. Nu.
An sich is dat waar Human Design ook naar verwijst, naar net dat Passagiersbewustzijn dat alomtegenwoordig is. Hier. Nu. Los van elk verhaal van de mind. Maar die boodschap lijkt ondergesneeuwd te zijn geraakt in Human Design waardoor mensen de grafiek als een bestemming zien, i.p.v. te ontspannen in Passagiersbewustzijn.
Waar zowat elke traditie en leer naar wijst
Tradities en leringen wekken vaak de indruk dat het om de traditie of lering gaat, maar daar gaat het zelden over. Het gaat over waar ze naar wijzen, datgene wat niet in woorden lijkt te kunnen worden gevat.
In plaats van dat mensen begrijpen dat de leer van Jezus Christus over pure liefde gaat, raken ze verstrikt in het interpreteren van de Bijbel en de handhaving ervan. In de plaats van dat mensen de archetypische energie van Hindoe-goden in zichzelf omarmen, verliezen ze zich in de verering ervan, alsof het iets is wat buiten zichzelf bestaat.
En zo kan je tal van voorbeelden noemen, waarin ook Human Design geen uitzondering is.
Zowat elke traditie en leer wijst naar innerlijke verankering, zelfliefde en in de ruimte achter het lichaam en de mind komen, om de waarheid van wie we zijn te herinneren en te omarmen. Maar zowat elke boodschap is vervormd geraakt, zo ook die van Human Design.
Vertragen, pauzeren, mediteren, contempleren… het zijn allemaal manieren om ruimte te creëren waarin het leven mag stromen, zonder dat je je verliest in de golfslag.
Mijn mentor hamert op dagelijkse meditatie, niet uit dogma, maar omdat je daarin leert weer te rusten in wat al vrij is. En dat is exact waarom Richard Rudd blijft herhalen hoe belangrijk pauzeren en contempleren is.
Niet om iets te bereiken.
Niet om een betere Projector of Generator te worden.
Maar om opnieuw te zijn wie we altijd al waren… vóór de grafiek. Vóór de mind. Vóór het verhaal.
En dat is dus meteen ook het antwoord op de vraag: “Hoe kan ik dat bewustzijn zijn, als ik niet de mind en niet het lichaam ben?”
Wel… door te leren rusten in die ruimte. Door te leren zijn mét die ruimte.
Dat is waarom mensen op een meditatiekussen gaan zitten.
Dat is waarom ik mediteer en contempleer.
Dat is waarom je ook mindful kookt of je hond aait. Of waarom je bewust adem haalt.
Telkens weer terug naar zijn.
Meditatie en contemplatie zijn geen toevoeging aan je leven.
Het is een aftrekken of afleren van alles wat je niet bent.
Tot enkel jij overblijft, als lege, stralende ruimte, al is het maar voor één moment.
De lastige realiteit
Maar ja, als ik dit als antwoord geef op de vraag die wordt gesteld, dan krijg ik steevast te horen: “Ja, maar ik heb geen tijd om te pauzeren. Wie gaat er dan voor mijn kinderen zorgen? Wie betaalt dan mijn huur? Wie haalt dan de boodschappen? Wie verwerkt dan mijn trauma?”
De meeste mensen zitten vast in een systeem dat constant vraagt om prestaties, zorg, controle, overleven. En dan komt iemand zeggen: “Je hoeft alleen maar stil te zijn.”
Ja, tarara. Over privilege gesproken!
Het voelt alsof pauzeren, mediteren, contempleren dan een luxeproduct wordt. Iets voor mensen met tijd, geld, wat palo santo en een zoutlamp. Zweverige types die allicht profiteren van iemand anders z’n verdienste, zodat ze hun hippie-leven kunnen leven terwijl andere mensen gaan werken en de kost verdienen.
En soms is dat ook zo. Soms is pauzeren, mediteren en contempleren een privilege.
Er zijn spirituele bubbels die totaal geen rekening houden met context, ongelijkheid, stresssystemen of chronische trauma-respons.
Geboorterecht
Maar an sich is mediteren of pauzeren geen privilege. Het is je geboorterecht.
Alleen zijn we zo ver verwijderd geraakt van die innerlijke ruimte, dat het nu voelt alsof het een extraatje is, i.p.v. de basis, het fundament van alles.
Je hoeft immers geen retraite te boeken.
Je hoeft geen stilteweek te doen.
Je hoeft zelfs niet “goed” te mediteren.
Ademen is al genoeg.
Twee seconden aanwezig zijn bij wat is, is al genoeg.
Een afwas doen in stilte is meditatie.
Een blik naar je hond, een diepe zucht, even twee minuten in je tuin… dat ís het al!
Ja, mensen hebben het druk.
Ja, er moet veel.
Maar ook:
We blijven doen alsof het leven pas zinvol is als alles geregeld is, terwijl we ondertussen opbranden, dissociëren of vastlopen in een leven dat nooit écht geleefd wordt.
En daar komt meditatie, contemplatie, een pauze, etc. niet als “nog iets erbij”, maar als de ruimte waarbinnen alles weer kan ademen.
Meer dan “meditatie”
Misschien moeten we stoppen met die dingen “meditatie” of “contemplatie” te noemen, alsof het iets onbereikbaars is, tenzij je een ascetisch leven gaat leiden of een spiritueel leraar wil worden.
Want voor veel mensen klinkt dat als: Zitten. Stil zijn. Gedachten wegduwen. Tijd vrijmaken. “Nope… can’t do it. Ga heen met je meditatie!”
Wat als het gewoon dit is:
- wandelen zonder oortjes in;
- in de file voelen hoe je voeten de pedalen aanraken;
- het moment vóór je op je telefoon kijkt, even pauzeert;
- de hond aaien en voelen dat je leeft.
Dat is ook meditatie.
Zonder label. Zonder verplichting.
Zonder privilege.
Innerlijke buiging
Mensen nemen wel de tijd om Human Design uit te pluizen, nog een reading te boeken, nog een boek te lezen, etc. Die tijd zou je eigenlijk veel beter kunnen spenderen aan simpelweg zijn. Allicht leer je in dat moment veel meer over jezelf en de waarheid van wie je bent, dan eindeloos in een grafiek zitten turen.
In de kern is “zijn” geen activiteit. Het is een houding.
Een innerlijke buiging voor het leven, terwijl het leven doorgaat.
Het is een simpelweg terugkeren naar die stille plek in jezelf en die met nieuwsgierigheid en openheid verkennen. Al is het maar voor 2 seconden. Bewust.
Niet als vlucht, maar als fundament.
“Maar als ik niet de mind, niet de persoonlijkheid, noch het lichaam ben, maar het bewustzijn erachter, hoe/wie moet ik dan zijn? Hoe bén je dat bewustzijn? Wat moet ik dan precies doen?”
Door simpelweg NU een pauze te nemen en je bewust te worden van het moment.
Dat is alles. Jouw aandacht in dat moment wijst je de weg. Elke keer wanneer je ‘t doet. Zelfs wanneer je er je niet van bewust bent dat het je de weg wijst.
Ik eindig met een prachtige quote van Adyashanti:
“Bewustzijn is niet iets wat je inzet of gebruikt; het is iets wat je bent.
Bewustzijn is er altijd, maar het heeft je niet veel te bieden totdat je er je bewustzijn naartoe brengt. Maak je niet te druk over hoe lang je het kunt volhouden. Het is belangrijker hoe vaak je incheckt. Als je blijft inchecken, gebeurt het in stand houden ervan vanzelf.
Het enige wat nodig is om te ontwaken tot jezelf als de stralende leegte van Spirit, is te stoppen met zoeken naar iets meer, beters of anders, en je aandacht naar binnen te richten, naar de wakkere stilte die je bent.”
0 reacties